Op een goeie morgen wordt de rust van Jules en John Watteau, twee ongehuwde broers met pensioen, verstoord door de komst van hun neef Robert. Het weerzien is eerder koel tot op het ogenblik dat Robert zegt waarvoor hij juist gekomen is. Na eerst een argwanende en teruggetrokken houding aangenomen te hebben, gaan de suikernonkels in volle overgave hun neef helpen. Alle middelen om Roberts liefje en zijn toekomstige schoonmoeder te overtuigen van zijn behoorlijke afkomst worden dan ook aangewend. Maar het ongewenste bezoek van een gangsterbende en een politieman maken de toestand er niet eenvoudiger op.